Terwijl het overleven van het kabinet Rutte 2 hangt op een akkoord over de behandeling van uitgeprocedeerde asielzoekers, filosofeert minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem over een verlichting van de belastingdruk op kleine spaarders.
Maandagavond moet blijken of coalitiepartners VVD en PvdA over voldoende politieke flexibiliteit beschikken om het kabinet Rutte 2 niet voortijdig te laten stranden over de kwestie rond uitgeprocedeerde asielzoekers.
Intussen is de grote vraag: wat valt er nog te regeren, nu een aantal belangrijke hervormingsdossiers (hypotheekrente-aftrek, pensioenleeftijd, leenstelsel studenten) zijn afgerond?
Een dossier dat nog open ligt, is het belastingstelsel dat toe is aan een opknapbeurt. Maar juist daar zijn de ideologische verschillen tussen VVD en PvdA relatief groot.
Vermogensbelasting drukt op spaarders
Toch is er wellicht ruimte om nader tot elkaar te komen, want maandag gaf minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën in De Telegraaf een voorzet over de belasting op spaargeld en beleggingen in box 3. Die gaat nu uit van een fictief rendement van 4 procent per jaar, waarover 30 procent belasting wordt geheven. Effectief komt dat neer op een vermogensbelasting van 1,2 procent.
"De vermogensrendementsheffing gaat nu uit van een rendement van vier procent. Maar gewone spaarders halen dit door de lage spaarrente niet. Beleggers weer wel, die hebben goede beleggingsjaren gehad. We gaan kijken naar een manier om de vermogensbelasting rechtvaardiger te maken”, laat Dijsselbloem weten aan De Telegraaf.
Juist het woordje 'rechtvaardigheid' is een twistpunt tussen VVD en PvdA. Bij de socaal-democraten is veel sympathie voor de ideeën van de Franse econoom Thomas Piketty. Die schreef afgelopen jaar een bestseller waarin hij betoogde dat vermogensongelijkheid een groter probleem wordt in ontwikkelde economieën met relatief lage groei. De conclusie dat de belasting op vermogen generiek omhoog moet is echter taboe bij de VVD.
Vermogensbelasting: onderscheid spaargeld en beleggingen
Een compromis tussen PvdA en VVD is wellicht mogelijk bij de vermogensbelasting in box 3: een verdeling die rekening houdt met risico en rendement. Relatief veilig spaargeld dat een lager rendement oplevert wordt dan minder zwaar belast dan bijvoorbeeld aandelen, die meer risico maar op termijn ook een hogere opbrengst kennen.
Een blauwdruk voor de uitwerking van dit idee ligt al klaar. Onlangs presenteerde het Centraal Planbureau vier alternatieven voor de huidige vermogensbelasting. Daarin kwam de variant die vermogen per beleggingscategorie anders belast, niet ongunstig uit de bus. Zie ook dit artikel: Zo kun je vermogen ook belasten
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl